Als een patiënt voorgeschreven medicatie komt afhalen zonder geldige eID of kids-ID, dan kan je als apotheker een aantal dingen doen.
1) Ga eerst en vooral na of er nog een geldige therapeutische relatie bestaat tussen jou en de patiënt. Zo ja, dan kan je de medicatie afleveren op basis van het rijksregisternummer.
2) Bestaat er geen geldige therapeutische relatie, dan kan je:
– De patiënt via zijn of haar smartphone laten inloggen op één van de bestaande (web)apps om de voorschriften via die weg op te halen;
– Een RID-code vragen aan de voorschrijver;
– Als je geen RID-code kan vragen aan de voorschrijver, dient de patiënt een papieren bewijs van elektronisch voorschrift te vragen aan de voorschrijver.
Indien de ouder de ISI+-kaart van het ziekenfonds mee heeft, kan ook via die weg de lijst van elektronische voorschriften worden opgehaald.
Als apotheker wil je patiënten de medicatie afleveren die ze nodig hebben. Heeft de patiënt geen Belgische eID, dan moet je rekening houden met drie mogelijke situaties:
1) De patiënt heeft geen BIS-nummer en geen INSZ-nummer (bijv. een vluchteling die zich nog niet heeft aangemeld, een buitenlandse patiënt met een bijzondere identiteitskaart).
2) De patiënt heeft een BIS-nummer maar nog geen INSZ-nummer (bijv. een vluchteling die zich al heeft aangemeld maar nog niet is langsgegaan in de gemeente om zijn of haar inschrijving te voltooien).
3) De patiënt heeft een BIS-nummer en een INSZ-nummer (bijv. een vluchteling met een geactiveerde vreemdelingenkaart). Hij of zij beschikt over een eID-equivalente kaart.
Hieronder lees je wat je kan doen in elk van de drie bovenstaande situaties:
1) Geen BIS-nummer, geen INSZ-nummer: je verwerkt het klassieke papieren voorschrift dat de patiënt heeft ontvangen van de voorschrijver.
2) Wel BIS-nummer, geen INSZ-nummer: je kan de inhoud van het elektronisch voorschrift ophalen via het papieren bewijs van elektronisch voorschrift (BEV) of via de RID-code die de patiënt heeft ontvangen van de voorschrijver.
3) Wel BIS-nummer, wel INSZ-nummer (eID-equivalente kaart):
– je kan de inhoud van het elektronisch voorschrift ophalen via de eID-equivalente kaart van de patiënt. Om de allernieuwste eID-kaarten (uitgegeven door sommige steden en gemeenten) te kunnen gebruiken, dient je apotheeksoftware te zijn geüpdatet.
– de patiënt kan ook een (web)app gebruiken op zijn of haar smartphone om jou het voorschrift te laten scannen. Voorwaarde is dat de patiënt itsme® kan gebruiken om zich aan te melden.
De patiënt heeft de mogelijkheid om producten te reserveren bij een bepaalde apotheek via de patiëntenplatformen/apps. Alleen de apotheek waarvoor de patiënt kiest (via reservatie) ziet deze reservaties.
Als apotheker krijg je een melding van de reservatie via het softwarepakket of kan je ook manueel de reservaties checken. Een reservatie door de patiënt houdt geen verplichting tot aankoop in voor de patiënt. Je kan ook beslissen om een duur product of een magistrale bereiding niet klaar te zetten.
De patiënt kan de reservaties komen afhalen bij de apotheek waar die het geneesmiddel gereserveerd heeft aan de hand van de eID of rijksregisternummer. Indien de patiënt toch naar een andere apotheek wil gaan, dan kan dat met een geprinte of digitale versie van het bewijs van elektronisch voorschrift. In dat geval zal de apotheker immers de barcode scannen, en wordt de beperkte toegang opgeheven. In een andere apotheek is het niet mogelijk om gedematerialiseerd af te leveren aan de hand van een identificatiemiddel, namelijk de eID of het rijksregisternummer.
Patiënten kunnen via bepaalde patiëntenplatformen/apps ook hun contactgegevens meesturen met hun reservatie. De apotheker kan dan ook communiceren aan de patiënt wanneer de reservatie klaarligt.
Als er tegelijk een reservatievlag en een privacy-vlag (of VISI-vlag) van toepassing is op een elektronisch voorschrift, dan worden de regels van de reservatie gevolgd (voor die apotheek).
Voor specifieke instructies rond het werken met elektronische voorschriften in het softwarepakket dat je gebruikt, consulteer je best de handleiding van het softwarepakket zelf of contacteer je de helpdesk.
Als apotheker kan je patiënten helpen om een overzicht van hun openstaande voorschriften te overlopen door hun eID in te lezen. Zo ondersteun je patiënten maximaal en kan je hen optimaal medicatie-advies geven.
Om het overzicht te bewaren van alle geneesmiddelen die een patiënt moet nemen, zetten de overheid en de verschillende stakeholders op het terrein sterk in op het gedeelde medicatieschema. De bedoeling is dat je als apotheker dit als eerste stap consulteert en bijwerkt waar nodig (als de software dat toelaat). Het RIZIV geeft meer uitleg over het gedeelde medicatieschema op zijn website, zie HIER.
Als apotheker kan je ook via het gedeeld farmaceutisch dossier (GFD) een correct overzicht van de afgeleverde medicatie raadplegen en bespreken met de patiënt.
Elektronische voorschriften bevinden zich in de databank van Recip-e. Er zijn verschillende mogelijkheden voor patiënten om deze voorschriften te visualiseren en te beheren:
– Patiënten vragen bij hun consultatie bij de voorschrijver een papieren bewijs van hun elektronisch voorschrift. De voorschrijver kan meerdere elektronische voorschriften afdrukken op één A4-blad. Jij of de patiënt kunnen manueel aanduiden welke voorschriften reeds werden gebruikt.
– Geef patiënten een overzicht van hun openstaande elektronische voorschriften. Je kan na het inlezen van de eID van patiënten (of het ingeven van het rijksregisternummer, indien de eID minder dan 15 maand geleden werd ingelezen) hun voorschriften visualiseren. Opgelet, dit kan enkel voor de voorschriften aan welke een VISI-vlag “OPEN” toegekend is voor jouw apotheek.
– Informeer patiënten dat zij hun elektronische voorschriften digitaal kunnen bekijken via een app of webapp, bijv. www.MijnGezondheid.be, Mijn Geneesmiddelen of Voorschrift op zak. Deze apps zijn verbonden met de databank van Recip-e en tonen dus realtime informatie (voorschriften afgeleverd/niet-afgeleverd). Via de itsme®-app krijgen patiënten toegang tot deze apps. De (web)apps laten patiënten ook toe hun voorschriften te beheren.
Een therapeutische relatie tussen een zorgverlener en patiënt moet geregistreerd zijn (bijv. via de software waarmee je werkt). Je hebt hiervoor het identificatiebewijs van de patïent nodig:
– Een elektronische identiteitskaartkaart (combinatie van rijksregisternummer en kaartnummer)
– Een ISI+-kaart (combinatie van rijksregisternummer en kaartnummer)
– Voor niet-Belgen: een elektronische vreemdelingenkaart (combinatie van rijksregisternummer en kaartnummer)
– Voor kinderen: de kids-ID-kaart (combinatie van rijksregisternummer en kaartnummer), of ISI+-kaart.
Patiënten kunnen zelf kiezen welke zorgverleners ze toegang geven tot hun gegevens door aan te geven met welke zorgverleners ze een therapeutische relatie hebben. Patiënten kunnen de therapeutische relatie ook stopzetten en zorgverleners uitsluiten van hun gegevens.
Als voorschrijver is het aanwezen slechts één product per elektronisch voorschrift voor te schrijven. Het papieren bewijs van elektronisch voorschrift dient sinds 1 februari 2022 door de voorschrijver verplicht op een A4-formaat te worden afgedrukt. Het vroegere A5-formaat blijft wel nog even in omloop bij patiënt en apotheker en dit tot maximaal eind januari 2023, of het einde van de geldigheid.
Indien er veel voorschriften uitgeprint moeten worden, is het ook mogelijk om meerdere producten op één A4 te printen waarbij de algemene info (voorschrijver en patiënt) één keer voorkomt en de barcode, de inhoud van het voorschrift, de creatiedatum en de geldigheidsdatum specifiek per voorschrift (één product per voorschrift) wordt weergegeven. Het formaat van de barcode moet steeds voldoen aan de wettelijke afmetingen zodat de barcode scanbaar blijft in de apotheek. De rest van de info moet duidelijk leesbaar zijn voor de patiënt. Al naargelang de beschrijving van het product en de posologie, zullen er meerdere barcodes op één A4 kunnen worden afgeprint.
De termijn waarbinnen de apotheker een geneesmiddel mag afleveren aan de patiënt en de termijn waarbinnen dat geneesmiddel vergoedbaar is, bedraagt standaard drie maanden vanaf de dag waarop de voorschrijver het voorschrift heeft opgesteld, maar kan worden aangepast door de voorschrijver tot maximum 1 jaar. Dit geldt zowel voor voorschriften opgesteld op papier en elektronisch.
Meer info is terug te vinden op de website van het RIZIV: hier.
Om elk product in het medicatieschema op één lijn te kunnen tonen, werd beslist om op het elektronisch voorschrift slechts één product voor te schrijven (‘één item per voorschrift’; project van VIDIS gerealiseerd door het RIZIV; uitzonderingen worden via de software van de voorschrijvers geregeld). Deze verandering bevordert de verdere digitalisering van de flow van de voorschriften.
Deze manier van werken brengt bovendien de traceerbaarheid van elke medicatie met zich mee. Het voordeel is dat de status van het voorschrift – afgeleverd of niet afgeleverd – zo ook overeenkomt met één product, waardoor er een idee gevormd kan worden over therapietrouw.
Het klassieke papieren voorschrift kan ook nog in overmachtssituaties of bij uitzondering gebruikt worden en blijft ook een wettelijk geldig voorschrift (bijvoorbeeld artsen ouder dan 64 jaar op 1 januari 2020). Bij een klassiek papieren voorschrift is er geen “één item” nodig, maar er zijn slechts een beperkt aantal overmachtssituaties waarin dit voorschrift nog gebruikt kan worden.
De inschatting van de digitale vaardigheden van een patiënt door de voorschrijver is zeer belangrijk. De niet-digitale patiënt heeft meer begeleiding nodig in dit proces dan de digitale patiënt. Vooral bij chronische patiënten met multimorbiditeit zullen er meer voorschriften zijn door de ‘één item per voorschrift’.
De huisarts, de arts-specialist, de tandarts of de vroedvrouw kunnen voorschriften opstellen.
Sinds 1 januari 2020 is het elektronisch voorschrijven verplicht voor geneesmiddelen (voor patiënten niet opgenomen in het ziekenhuis) en mag het voorschrift niet meer op een klassiek papieren voorschrift geschreven worden.
Er zijn wel enkele uitzonderingen, zoals in geval van overmacht (storing in het voorschrijfsysteem, buitenlandse patiënt zonder INSZ-nummer, …), voorschrijven tijdens een huisbezoek door de huisarts, of als de huisarts ouder is dan 64 jaar (op datum van 1 januari 2020). In deze gevallen is een klassiek papieren voorschrift toegelaten.
Een grootouder of plusouder kan medicatie voor een kind afhalen via een papieren bewijs van elektronisch voorschrift of een foto van het bewijs van elektronisch voorschrift. Heeft de grootouder of plusouder geen van beide, dan kan je als apotheker bellen naar de voorschrijver om de RID-code te verkrijgen. Je kan ook vragen of ze de ISI+-kaart (kind 12 jaar) mee hebben.
Wanneer ouders geneesmiddelen willen afhalen voor een kind waarvoor ze de voorschriften beheren, heb je verschillende opties:
1) Scan het papieren bewijs van elektronisch voorschrift in of de foto van het bewijs van elektronisch voorschrift.
2) Informeer de ouder dat ze met hun smartphone naar de apotheek kunnen gaan, daar inloggen op de website van MijnGezondheid (inloggen met itsme® of andere; log in in naam van het kind waarvoor de ouder de voorschriften beheert), en zo de openstaande voorschriften ophalen die nodig zijn.
3) Check of de ouder de KidsID of ISI+-kaart voor een kind jonger dan 12 jaar bij zich heeft ter identificatie om de voorschriften op te halen vanuit de Recip-e database.
4) Bel naar de voorschrijver om de RID-code te verkrijgen.
Voor de ouders van kinderen bestaat er een wettelijke volmacht. De ouders hebben automatisch toegang tot de voorschriften van de kinderen waarvoor ze deze beheren. Dit kan ook via de website MyHealthViewer. Wanneer de ouder in de apotheek staat, is hiervoor wel een toegang met itsme® nodig.
Gescheiden ouders die niet op hetzelfde domicilie-adres wonen als het kind waarvoor ze de voorschriften beheren, maar wel de wettelijke ouder zijn, hebben op dezelfde manier toegang tot de elektronische voorschriften. Ze kunnen dus inloggen in MijnGezondheid met hun eigen eID en inloggen in naam van het kind.
Alle informatie over het elektronisch voorschrift en het gedematerialiseerd afleveren vind je op de website van Recip-e. Daar kan je ook e-learnings volgen over de verschillende aspecten van het elektronisch voorschrift.
Er zijn ook organisaties die vormingen geven zoals VIVEL, eSantéWallon, Abrumed.
Voor specifieke instructies rond het werken met elektronische voorschriften in het softwarepakket dat je gebruikt, consulteer je best de handleiding van het softwarepakket zelf of contacteer je de helpdesk.
Er is voorlopig nog geen mogelijkheid om een volmacht te geven aan een andere persoon voor een elektronisch voorschrift. Als volmachthouder is het voorlopig nog niet mogelijk om de voorschriften voor een patiënt in realtime te consulteren via een app (via Recip-e). Tevens kan de volmachthouder vandaag ook nog niet met de eigen eID naar de apotheek gaan om de geneesmiddelen van een patiënt te gaan afhalen.
Enkel voor de ouders van kinderen bestaat er een wettelijke volmacht. De ouders hebben automatisch toegang tot de voorschriften van de kinderen waarvoor ze deze beheren.
Er zijn verschillende manieren waarop de patiënt aan een derde een stilzwijgende toelating kan geven en die persoon naar de apotheek kan sturen om geneesmiddelen af te halen:
– Een print vragen aan de voorschrijver en deze aan de derde persoon geven.
– Als patiënt zelf de nodige voorschriften afdrukken via de website van MijnGezondheid en ze meegeven aan de derde persoon.
– De derde persoon een foto van de print laten nemen of de print laten inscannen (barcode moet duidelijk zijn):
* Tevens kan de derde persoon een foto nemen van de prints, of van het scherm.
* Er zijn apps op de smartphone die reeds het voorschrift goed inscannen (bijv. Clear Scanner).
– Patiënten kunnen ook langsgaan bij de apotheker met de eigen eID en vragen om het overzicht van hun geneesmiddelen te bespreken. Zo zijn ze voorbereid wanneer het nodig zou zijn dat een andere persoon geneesmiddelen gaat afhalen.
Daarnaast is het mogelijk dat de patiënt bepaalde papieren voorschriften niet meer in het bezit heeft, en zich niet bewust is dat er nog bepaalde openstaande voorschriften zijn. Wanneer de (volwassen) patiënt zelf naar de apotheek gaat of een gezinslid met het rijksregisternummer van de patiënt naar de apotheek laat gaan, dan consulteert de apotheker alle openstaande voorschriften (waarvoor de privacy-vlag op “OPEN” staat). Het is dus erg belangrijk dat de (volwassen) patiënt meegeeft over welk geneesmiddel het gaat, of bij welke arts het voorschrift werd voorgeschreven. Tevens kan de datum van consultatie bij de arts voor de apotheker een hulp zijn om het meest recente openstaande voorschrift op te halen voor de patiënt.
Het is gebruikelijk dat de patiënt als deel van een gezin ook beslist dat een ander gezinslid dit allemaal met de apotheker kan bespreken. Uiteraard is de vertrouwde apotheker van de patiënt de aangewezen persoon om het belang van de patiënt te behartigen. De apotheker beschikt immers over het farmaceutisch dossier waarmee de gezondheidsevolutie van de patiënt goed kan worden ingeschat.
De privacy-vlag of VISI-vlag (van het Engels visibility of zichtbaarheid) is een functie waarmee de patiënt kan bepalen of de inhoud van het voorschrift geconsulteerd kan worden door alle apothekers, één bepaalde apotheker naar keuze of geen enkele apotheker. De patiënt zou immers kunnen beslissen om bepaalde voorschriften niet te tonen aan zijn gebruikelijke apotheker, en toch voor het gemak kiezen van gedematerialiseerd afleveren.
Deze functie heeft enkel zijn nut bij volledig gedematerialiseerd afleveren, wanneer er geen barcode gescand wordt in de apotheek (met andere woorden, wanneer de patiënt zijn identificatiemiddel aan de apotheker voorlegt zonder voorschrift of papieren bewijs). Het tonen van het bewijs van elektronisch voorschrift (papier en/of digitaal) heft de privacy op. De apotheker kan immers de barcode scannen en zo de inhoud toch zien, en het product afleveren. Een papieren of digitaal voorschrift is immers een mandaat voor de apotheker om het digitaal voorschrift in te kijken.
De privacy van de patiënt is zeer belangrijk. Indien de patiënt voor bepaalde producten meer privacy vraagt, kan de voorschrijver hierbij helpen door de VISI-vlag op “GESLOTEN” te zetten, waardoor dit voorschrift afgeschermd is. Dit wil zeggen: er is geen toegang via een identificatiemiddel mogelijk (m.a.w. gedematerialiseerd afleveren kan niet). Er is in dit geval enkel toegang mogelijk via het papieren bewijs van elektronisch voorschrift of digitaal bewijs van elektronisch voorschrift.
Per voorschrift is er een VISI-vlag (dit komt dus meestal overeen met één product). Standaard zal de VISI-vlag op “OPEN” staan en zal de inhoud van het voorschrift dus zichtbaar zijn voor alle apotheken. Indien de patiënt aan de voorschrijver vraagt om de status op “GESLOTEN” te zetten zal het voorschrift in geen enkele apotheek getoond worden als de patiënt alleen met de eID of het rijksregisternummer naar de apotheek gaat. Daarom zal de voorschrijver automatisch het voorschrift uitprinten zodat je als apotheker de barcode kan scannen.
De arts kan niet aanduiden dat één bepaalde apotheek de inhoud van het voorschrift wel kan zien (hij kan ook niet reserveren voor de patiënt). Hij kan enkel de VISI-vlag op “OPEN” of “GESLOTEN” zetten.
Indien de patiënt de zichtbaarheid voor één bepaalde apotheek wil aanpassen, of wil reserveren, zal de patiënt dit zelf moeten doen aan de hand van één van de digitale toepassingen (bijv. app of webapp; www.mijngezondheid.be, MijnGeneesmiddelen, …) om zo het voorgeschreven geneesmiddel alsnog af te halen zonder bewijs van elektronisch voorschrift. Alleen de patiënt heeft toegang tot deze functie.
De inschatting van digitale vaardigheden van de patiënt door de voorschrijver is zeer belangrijk. De niet-digitale patiënt zal meer begeleiding nodig hebben in dit proces dan de digitale patiënt.
Digitale Patiënt
– De voorschrijver past de zichtbaarheid van het voorschrift aan in zijn software indien dit besproken wordt (VISI-vlag “GESLOTEN”); de patiënt geeft zelf aan of hij nog een print wil of niet.
– De patiënt kan in de apotheek, ook zonder papieren bewijs van elektronisch voorschrift, terecht:
* Het voorschrift digitaal op smartphone tonen en laten scannen.
* Via een patiëntenplatform/app het voorschrift terug zichtbaar maken voor alle apotheken en de medicatie afhalen met de eID bij een apotheek.
* Via een patiëntenplatform/app het voorschrift zichtbaar maken voor 1 apotheek naar keuze (al dan niet reserveren) en de medicatie afhalen met de eID bij deze apotheek.
Niet-Digitale Patiënt
De patiënt verlaat het kabinet van de voorschrijver met een bewijs van elektronisch voorschrift:
– De arts past de zichtbaarheid van het voorschrift aan in zijn software (verzet VISI-vlag naar “GESLOTEN”);
– De arts print het bewijs van elektronisch voorschrift af voor de patiënt. Dit papieren bewijs van elektronisch voorschrift is absoluut noodzakelijk om het product in de apotheek van zijn keuze te kunnen gaan afhalen;
– Het voorschrift is onzichtbaar voor alle apotheken bij gedematerialiseerd afleveren (eID of rijksregisternummer). Elke apotheker die het voorschrift scant (barcode) heeft daarentegen wel toegang tot de inhoud (via de server van Recip-e).
Er bestaan verschillende manieren om geneesmiddelen af te halen in te apotheek:
1) Zonder papieren print van het elektronisch voorschrift: via het identificatiebewijs van de patiënt kan je als apotheker de voorschriften laten ophalen van de Recip-e server, d.w.z. met de eID (of rijksregisternummer als de eID werd ingelezen de laatste 15 maanden).
2) Zonder papieren print van een elektronisch voorschrift, maar via een digitale versie via een app of webapp: de patiënt toont een digitale versie van het elektronisch voorschrift (digitaal bewijs). Je scant de barcode bovenaan en hebt zo toegang tot het voorschrift op de Recip-e server.
3) Met een papieren print van een bewijs van elektronisch voorschrift: de voorschrijver kan de patiënt een print bezorgen of de patiënt kan zelf het bewijs van elektronisch voorschrift printen door op de computer naar een webapp te gaan, bijvoorbeeld www.mijngezondheid.be.
4) Met een print van een klassiek papieren voorschrift (niet-elektronisch).
Er bestaan drie types van voorschriften:
– Niet-geprint elektronisch voorschrift: een elektronisch voorschrift waarvoor geen papieren bewijs wordt meegegeven. Het elektronisch voorschrift zelf bevindt zich op de beveiligde server van Recip-e.
– Geprint elektronisch voorschrift: een papieren bewijs van elektronisch voorschrift. Je herkent het doordat er bovenaan staat dat dit een “bewijs van elektronisch voorschrift” is. Het elektronisch voorschrift zelf bevindt zich op de beveiligde server van Recip-e. De voorschrijver kan de patiënt een print van zijn/haar elektronisch voorschrift geven of hij/zij kan dit zelf printen via een daarvoor voorziene webapp.
– Klassiek papieren voorschrift: niet-elektronisch voorschrift op papier, handgeschreven of gedrukt. Een dergelijk voorschrift wordt alleen nog in uitzonderingssituaties gebruikt (bv. storingen in het systeem voor elektronisch voorschrijven) en wordt geprint op een kleiner formaat (A5). Daarmee wordt o.a. het onderscheid getoond met een papieren bewijs van een elektronisch voorschrift. Dit type voorschrift is niet aanwezig op de beveiligde server van Recip-e.
Een klassiek papieren voorschrift verschijnt níet in het overzicht van openstaande elektronische voorschriften bij de apotheker, een papieren bewijs van elektronisch voorschrift wél.
Het is mogelijk dat jouw software nog niet voorziet om het medicatieschema bij te werken, en de bijgewerkte versie (bijvoorbeeld door de arts) binnen te halen. Bekijk dit samen met jouw softwareleverancier. Niettemin, als apotheker kan je ook beroep doen op het GFD (Gedeeld Farmaceutisch Dossier).
Het medicatieschema zal in de toekomst volledig gedeeld worden tussen en bijgewerkt worden door de verschillende zorgverleners. Het zal dan voor voorschrijvers verplicht worden het gedeeld medicatieschema te consulteren alvorens (elektronisch) voor te schrijven. Op die manier zal de voorschrijver een elektronisch voorschrift creëren vanuit het medicatieschema. Vandaag is er echter nog geen koppeling tussen het medicatieschema en het elektronisch voorschrift, maar er is structureel overleg tussen de betrokken partners om dit voor te bereiden.
Sinds 1 januari 2020 is het verplicht om de online SAM-database te gebruiken bij het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen. Deze database is de referentiedatabank van geneesmiddelen, die door de bevoegde instanties inzake geneesmiddelen ter beschikking gesteld wordt als “open source”. De controle van de SAM-database zit vervat in je afleversoftware. In principe duid je in de software dus medicatie aan vanuit de SAM-database.
Alle informatie over het elektronisch voorschrift en het gedematerialiseerd afleveren vind je op de website van Recip-e. Daar kan je ook e-learnings volgen over de verschillende aspecten van het elektronisch voorschrift.
Voor meer gedetailleerde instructies over het afleveren van een elektronisch voorschrift met behulp van je softwarepakket, consulteer je best de handleiding van je software of neem je contact op met de helpdesk van je softwareleverancier.
Zorgverleners kunnen alleen gegevens delen en bekijken van patiënten met wie ze een therapeutische relatie hebben. Het gaat dan over artsen, apothekers (in publieke apotheken).
Sinds 1 januari 2020 zijn voorschrijvers (artsen, tandartsen en vroedvrouwen) verplicht om elektronisch voor te schrijven.
Via hun software kunnen voorschrijvers elektronische voorschriften aanmaken. Deze komen terecht op Recip-e, een (digitaal) systeem waarlangs elektronische voorschriften kunnen verstuurd worden. De voorschriften die verzonden worden, komen (versleuteld) terecht op een server waar ze door apothekers kunnen worden afgehaald voor aflevering als een patiënt zich bij hen aanmeldt.
Elk elektronisch voorschrift is voorzien van een unieke identificatie (RID of recept-identificatienummer), weergegeven als een barcode. Met deze identificatie kan het voorschrift opgehaald en verwerkt worden.
Er zijn drie uitzonderingen waarbij een voorschrijver niet elektronisch moet voorschrijven:
– De voorschrijver heeft de leeftijd van 64 jaar bereikt op 1 januari 2020;
– Wanneer de voorschrijver voorschrijft buiten zijn praktijkruimte (bijv. op huisbezoek);
– In geval van overmacht (bijv. uitval van Recip-e).
Sinds 1 januari 2020 is het verplicht om de online SAM-database te gebruiken bij het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen. Deze database is de referentiedatabank van geneesmiddelen, die door de bevoegde instanties inzake geneesmiddelen ter beschikking gesteld wordt als “open source” (SAM: Source Authentique des Médicaments). De controle van de SAM-database zit vervat in je afleversoftware. In principe duid je in de software dus medicatie aan vanuit de SAM-database.
De scope van SAM is beperkt tot de publieke informatie over de vergunde geneesmiddelen (inclusief de radiofarmaceutische producten en grondstoffen voor magistrale bereidingen).
De privacy-vlag of VISI-vlag (van het Engels visibility of zichtbaarheid) is een functie waarmee de patiënt kan bepalen of de inhoud van het voorschrift geconsulteerd kan worden door alle apothekers, één bepaalde apotheker of geen enkele apotheker. De patiënt zou immers kunnen beslissen om bepaalde voorschriften niet te tonen aan zijn gebruikelijke apotheker, en toch voor het gemak kiezen van gedematerialiseerd afleveren.
Deze functie heeft enkel zijn nut bij volledig gedematerialiseerd afleveren, wanneer er geen barcode gescand wordt in de apotheek (met andere woorden, wanneer de patiënt zijn identificatiemiddel aan de apotheker voorlegt zonder voorschrift of papieren bewijs of digitaal voorschrift op de app). Het tonen van het bewijs van elektronisch voorschrift (papier en/of digitaal) heft de privacy op. De apotheker kan immers de barcode scannen en zo de inhoud toch zien, en het product afleveren. Een papieren of digitaal voorschrift is immers een mandaat voor de apotheker.
Patiënten kunnen zelf de VISI-vlaggen aanpassen via de toepassingen die ze gebruiken om hun elektronische voorschriften te beheren (bijv. een app of webapp) of kunnen dit vragen aan de voorschrijver.
Zorgverleners kunnen alleen gegevens delen en bekijken van patiënten met wie ze een therapeutische relatie hebben. Het gaat dan over artsen, apothekers (in publieke apotheken) en thuisverpleegkundigen.
Wanneer de patiënt voor de eerste keer naar de apotheek gaat met zijn eID kan de apotheker aan de hand van een lezing van de eID of het handmatig invoeren van het kaartnummer van de eID en het rijksregisternummer een therapeutische relatie aanmaken die 15 maanden geldig blijft. De therapeutische relatie wordt aangemaakt met de apotheek.
Als je al eerder een elektronisch voorschrift voor die patiënt hebt uitgevoerd met de eID, kan je met behulp van het rijksregisternummer (bijvoorbeeld via de gegevens in het farmaceutisch dossier van de patiënt of via elk ander document waarop het rijksregisternummer staat) de openstaande elektronische voorschriften bij Recip-e raadplegen en eventueel uitvoeren.
Dat is dus een volledig gedematerialiseerde manier om medicatie in de apotheek af te halen. De apotheek heeft in dat geval een therapeutische relatie nodig met de patiënt om onderstaande functies te kunnen uitvoeren:
– Lijst van openstaande voorschriften genereren;
– Historiek voorschriften tonen;
– Relaties van de gemandateerde (met de patiënt) weergeven.
Patiënten kunnen hun therapeutische relaties raadplegen via de website MijnGezondheid. Daar is zowel de begindatum als de einddatum van de therapeutische relatie met de apotheek of arts vermeld.
Als apotheker is het belangrijk dat je ook probeert de therapeutische relatie te verlengen wanneer de patiënt langskomt voor het einde van die 15 maanden geldigheid. Zo kan je jouw patiënt optimaal helpen om altijd gemakkelijk openstaande voorschriften te kunnen uitvoeren, wanneer de patiënt zelf langskomt, of wanneer een gezinslid langskomt.
Recip-e is een systeem waarmee elektronische voorschriften in de gezondheidszorg kunnen worden aangemaakt en afgeleverd. Het maakt deel uit van het Plan e-gezondheid, dat in 2014 werd gelanceerd door de federale regering met het oog op de naleving van de Europese richtlijnen.
Via Recip-e kunnen verschillende voorschrijvers (artsen, tandartsen, vroedvrouwen) op een elektronische en beveiligde manier voorschriften versturen naar een server. Ze worden er gecodeerd en bewaard tot ze door de patiënt worden gebruikt bij een zorgverlener (apotheker). De verzending en ophaling gebeuren met behulp van speciale software waarop Recip-e is geïnstalleerd.
Elk elektronisch voorschrift is voorzien van een unieke identificatie (RID of Recip-e-identificatienummer) bovenaan elk (papieren) bewijs van elektronisch voorschrift. Dit ziet eruit als een barcode en daaronder is er ook een alfanumerieke code aanwezig. Dankzij deze identificatie kan de zorgverlener het voorschrift verwerken. Als het voorschrift om de een of andere reden niet kan worden afgeleverd in een apotheek (geneesmiddel niet beschikbaar, weigering van de patiënt wegens te duur, enz.) brengt de apotheker Recip-e hiervan elektronisch op de hoogte en/ of geeft hij het (papieren) bewijs van elektronisch voorschrift terug aan de patiënt.
Via Recip-e kunnen ambulante voorschriften, die niet zijn gericht aan een specifieke zorgverlener (niet-geadresseerde boodschappen) worden verwerkt. Dit vergemakkelijkt bovendien de integratie van de gegevens in het GMD (Globaal Medisch Dossier) en het GFD (Gedeeld Farmaceutisch Dossier). De elektronische authenticatie maakt elke vorm van fraude onmogelijk. De procedure is snel, transparant en handig.
– Minder papieren bewijzen van elektronische voorschriften te bewaren.
– Elk voorschrift kan apart worden afgehandeld omdat er meestal maar één product zal op staan. Hierdoor is er een eenduidig beeld op voorschriftniveau.
– Veel minder nood om met uitgestelde aflevering te werken omdat er meestal één product op een voorschrift staat.
– Gemakkelijker opvolgen van de status van het voorschrift (meestal één product per voorschrift) en dus een globaal beeld.
– Makkelijker opvolgen van de therapietrouw (nakijken of een geneesmiddel effectief wordt afgehaald; op de meeste voorschriften zal slechts één geneesmiddel staan).
– Als de patiënt zijn eID laat inlezen, kan je advies geven over de ganse lijst openstaande voorschriften.
Bij technische problemen neem je best contact op met de helpdesk van je softwareleverancier.
Het is is mogelijk om een BreakTheGlass procedure toe te passen in bepaalde gevallen en zo toch toegang te krijgen tot de elektronische voorschriften.
Je kan ook terecht op de website van eHealth om de status van werking van de verschillende eHealth projecten te zien. Recip-e is een dienst die ook verschillende andere diensten consulteert in de keten. Het is mogelijk dat Recip-e niet werkt doordat een dienst in de keten niet werkt.
Als apotheker kan je:
– Een elektronisch voorschrift ophalen door de barcode te scannen, door de RID (de alfanumerieke code onder de barcode) in te geven in je software, door de eID van de patiënt in te lezen, door het rijksregisternummer van de patiënt in te geven.
– Een elektronisch voorschrift raadplegen.
– De lijst van openstaande elektronische voorschriften van een patiënt raadplegen (via het inlezen van de eID of ingeven van het rijksregisternummer indien de eID minder dan 15 maanden geleden werd ingelezen). Opgelet, alleen de voorschriften waarvoor de VISI-vlag op “OUVERT” staat, zijn raadpleegbaar.
– Aanduiden dat een voorschrift afgeleverd werd (dit gebeurt automatisch in je apotheeksoftware).
Patiënten kunnen hun elektronische voorschriften digitaal weergeven door gebruik te maken van een app of webapp. Een app gebruik je op een smartphone/tablet. Een webapp gebruik je eerder op de computer (maar het kan ook op een smartphone).
Er worden verschillende apps aangeboden waarvan patiënten gebruik kunnen maken om hun openstaande en nog geldige elektronische voorschriften te consulteren en beheren. De itsme®-app zorgt voor een beveiligde toegang tot de verschillende apps/webapps waarmee patiënten hun voorschriften kunnen bekijken en beheren.
Onderstaande apps werden gevalideerd door Recip-e. Deze apps geven dynamische info want ze zijn verbonden met een beveiligde centrale database bij Recip-e waar de status van het voorschrift wordt aangepast (afgeleverd/niet afgeleverd). Patiënten kunnen ook via deze apps hun voorschriften beheren (bijvoorbeeld reserveren bij de apotheker, een privacy-vlag toevoegen zodat het voorschrift afgeschermd wordt wanneer de apotheker de eID inleest, …).
Het gaat om volgende apps/webapps:
– Mijn Geneesmiddelen
– Mijn Gezondheid
– My HealthViewer
– Voorschrift op zak
– Helena
Voor een bijgewerkte lijst, zie onze website bij de sectie ‘Patiënt/ burger‘.
Er zijn ook apps die enkel een foto tonen van het bewijs van elektronisch voorschrift. Hiermee kunnen patiënten wel naar de apotheek gaan, maar geen online beheer doen van hun voorschriften want ze zijn niet real-time verbonden met Recip-e.
Het is belangrijk dat je patiënten zo goed mogelijk informeert over het proces van gedematerialiseerd voorschrijven, zodat zij correct begrijpen hoe alles in elkaar zit en wat hun eigen rol is in het hele verhaal. Een vaak voorkomende misvatting is dat de elektronische voorschriften voor patiënten op de chip van hun eID staan. In werkelijkheid klopt dat niet. De voorschriften zitten in de databank van Recip-e. De eID van de patiënt is de identificatieweg waarmee de apotheker het mandaat krijgt om de voorschriften op te halen uit de databank van Recip-e.
Voor het gedematerialiseerd afhalen van voorschriften door de patiënt levert die misvatting evenwel géén onmiddellijke problemen op.
Als apotheker kan je bijvoorbeeld op vaste momenten gaan kijken naar de reservaties die patiënten bij je hebben gemaakt. De exacte manier van werken hangt af van het softwarepakket dat je gebruikt. De meeste softwarepakketten laten patiënten ook al toe om hun contactgegevens mee te sturen als ze een reservatie plaatsen, zodat je hen kan contacteren. De patiënt is evenwel niet verplicht om contactgegevens mee te geven.