Logo Recip-e

Digitale verwijsvoorschriften: ‘een langverwachte ontwikkeling’ – Interview met Dr. apr. Katrien Thorré

Sinds 2019 is dr. apr. Katrien Thorré directeur van Recip-e vzw, een veelzijdige rol die ze met veel enthousiasme opneemt. Naast de verschillende groepen van zorgverleners staat Recip-e ook ten dienste van de elf miljoen Belgen. ‘We zijn een kleine organisatie, zeker als je onze omvang in perspectief zet tegenover de enorme impact die we hebben. Als Recip-e spelen we onze rol voor zorgverleners en eveneens voor patiënten en burgers, die op die manier een beter overzicht krijgen van hun behandeling.’ In dit interview vertelt ze over het ontstaan van de digitale verwijsvoorschriften, de uitdagingen van dit project en de rol van Recip-e daarin.  

Recip-e als organisatie van zorgverleners 

De digitalisering van de verwijsvoorschriften ging officieel met Recip-e van start in juni 2022. In een eerste fase komen de thuisverpleegkundige voorschriften aan bod, waarna in een gefaseerde aanpak de voorschriften voor de andere betrokken zorgberoepen volgen. ‘De digitalisering van verwijsvoorschriften was al voorzien bij de oprichting van Recip-e, bijna vijftien jaar geleden’, vertelt Katrien. ‘Uiteindelijk werd het traject vanuit het RIZIV opgestart via de RIZIV-commissies, omdat daar de verschillende zorgberoepen betrokken zijn en het gezondheidsbeleid er voor een groot deel wordt ontwikkeld.’ De doelstelling was een algemeen beeld te krijgen voor een generieke uitwerking, en de knelpunten en opportuniteiten verder in aparte werkgroepen met de specifieke beroepen en de voorschrijvers uit te werken, al dan niet samen met een partner. In die RIZIV-commissies werden het basiskader en de eerste generieke scenario’s ontwikkeld, samen met de sector.  

Het bestuursorgaan en het team van operationele medewerkers van Recip-e ontwikkelden onafhankelijk daarvan een eigen strategische visie en de uitwerking. Ze werkten een demo uit die ze begin juli 2021 op het kabinet Volksgezondheid gingen voorstellen. De hamvraag toen was: hoe gaan we die digitale verwijsvoorschriften op het terrein implementeren? Recip-e werkte de demo uit volgens de eigen ontwikkelde visie van een zorgepisode waarin verschillende behandelingen opgenomen werden. ‘Het is inderdaad belangrijk om een ‘kapstok’ te hebben waarmee de verschillende behandelingen (verwijsvoorschriften) gelinkt zijn’, vertelt Katrien. ‘Patiënten/burgers maken verschillende zorgepisodes mee gedurende hun leven, waardoor een goed overzicht van gecorreleerde historieken van enorme waarde kan zijn voor de proactieve aanpak door zorgverleners, én ook door de patiënten/burgers die self-empowered zijn. Tevens voorzagen we linken tussen de verwijsvoorschriften zoals de nieuwe technische standaarden mogelijk maakten. Het geheel werd ook mede opgesteld vanuit de ervaring die we hebben met de farmaceutische voorschriften en de noden op het terrein. Die uitwerking zijn we gaan voorstellen aan de minister’.  

Ondertussen zijn we twee jaar verder en is Recip-e één van de partners in dit nieuwe digitaliseringsproject. Recip-e neemt het businessaspect met de (business)validatie van de digitale oplossing voor haar rekening, terwijl softwareontwikkelaar Smals de technische ontwikkeling voorziet. Het RIZIV werkt samen met Recip-e de businessanalyses uit. Hiervoor is zowel de businesskennis nodig, als de kennis van de technische uitwerking. ‘Ik ben er zeker van dat we de minister en zijn kabinet konden overtuigen met onze bijzondere expertise, zowel op het IT-vlak als met onze kennis van het terrein en bovenal onze geïntegreerde aanpak. Want Recip-e is uiteindelijk toch een organisatie van zorgverleners die samen willen werken rondom de patiënt. We weten dus heel goed wat hun wensen zijn’, benadrukt Katrien. ‘We zijn dan ook erg blij met de opdracht die we hebben gekregen.’ 

Geïntegreerde werking tussen business en IT, gestuurd vanuit de noden van de zorgverleners op het terrein en de patiënten  

Het team van Recip-e bestaat uit verschillende profielen die voor het grootste gedeelte werken aan het platform van de farmaceutische voorschriften. Klassiek worden vaak in de eerste plaats de IT-profielen genoemd: zij ontwikkelen het digitale platform, onderhouden het en werken het bij. Maar eigenlijk wordt alles geleid vanuit de business en start het businessteam met een uitgebreid overleg met de zorgverleners en patiënten-/burgerorganisaties. Dit team analyseert de input en formuleert voorstellen rond de nodige functionaliteiten. Daarnaast zijn er ook de communicatie- en vormingsmedewerkers, die later in de ontwikkeling van het digitaal platform aan bod komen. Zij vertalen de functionaliteiten naar het gebruik ervan op het terrein en duiden hun toegevoegde waarde. Tevens beschikt Recip-e over een Data Protection Officer, met wie ze de privacy zoveel mogelijk ‘by design’ implementeren. Als directeur leidt Katrien de samenwerking tussen die verschillende profielen in goede banen. Ze zorgt voor een sterk geïntegreerde aanpak met continue uitwisselingen tussen IT en business waardoor – dankzij deze multidisciplinariteit – oplossingen voorzien worden en ook nieuwe opportuniteiten vastgesteld worden. Daarnaast is ze de contactpersoon voor de zorgverleners en andere partners zoals het RIZIV. 

In het project rond de verwijsvoorschriften heeft Recip-e dus de verantwoordelijkheid voor alles wat te maken heeft met de business. ‘Concreet houdt dat in dat we de stakeholders op het terrein bevragen via multidisciplinaire werkgroepen’, licht Katrien toe. ‘Samen met hen bekijken we: wat zijn de huidige knelpunten? Welke opportuniteiten hebben we wanneer we gaan digitaliseren? En hoe ontwikkelen we een tool die beantwoordt aan die noden en opportuniteiten? We bekijken ook hoe we de analogie met de farmaceutische voorschriften kunnen realiseren en indien nodig verder optimaliseren, zodat de gebruikers op het terrein eenvoudige maar efficiënte oplossingen aangeboden krijgen’. De (business)werkgroepen worden georganiseerd door Recip-e en het RIZIV. Ze bestaan uit zorgverleners, patiëntenorganisaties en ziekenfondsen, naast sommige leden van bestaande werkgroepen bij de FOD Volksgezondheid, zoals in de werkgroep radiologie.  

Naast het bevragen van de stakeholders is Recip-e ook betrokken bij de productontwikkeling. ‘Eénmaal we de input van het terrein hebben verwerkt in een businessanalyse, gaan de ontwikkelaars van Smals ermee aan de slag. Zij ontwikkelen de digitale toepassingen, waarna wij – samen met de projectanalisten van het RIZIV – valideren of wat ze gemaakt hebben voldoet aan wat de eindgebruikers vragen.’ Wanneer de toepassing gefinaliseerd is, krijgen de verschillende softwareleveranciers op het terrein de nodige specificaties per beroepsgroep om de integratie te realiseren. De softwarepakketten worden vervolgens gevalideerd op hun kwaliteit: ook hier heeft Recip-e een uitgesproken expertise. 

Een derde rol die Recip-e opneemt, is de communicatie. Hiervoor kan het zich beroepen op de ervaring die het opdeed bij de dematerialisatie van de farmaceutische voorschriften in 2021 en daarna. ‘We kunnen sneller schakelen nu, want het kader bestaat al’, vertelt Katrien. ‘We richten werkgroepen communicatie op met alle nodige stakeholders en samen met hen stellen we communicatieteksten en visualisaties op. Die kunnen we gebruiken voor vormingen volgens het principe van train-the-trainer.’ Voor de vormingen werkt Recip-e samen met de beroepsverenigingen, VIVEL, eSanté Wallon en Abrumet. De communicatie naar de zorgverleners komt voornamelijk van de beroepsorganisaties, maar onrechtstreeks dus ook van Recip-e, en straks ook van het RIZIV en de vormingsorganisaties. Voor de communicatie naar patiënten en burgers spelen, naast de zorgverleners en de overheid, de patiëntenverenigingen en ziekenfondsen een belangrijke rol.  

Ontwikkeling van een generiek proces met respect voor de complexiteit 

Recip-e steunt voor de digitalisering van de verwijsvoorschriften op haar ervaring met de elektronische farmaceutische voorschriften. ‘Daar was de grootste uitdaging de digitalisering op zich’, vertelt Katrien. ‘Er was nog geen expertise op dat vlak. Die expertise kunnen we nu wel meenemen in dit nieuwe project.’ 

De digitalisering van de verwijsvoorschriften kent echter andere uitdagingen. ‘De uitdaging van dit project schuilt erin om het proces zoveel mogelijk generiek te maken, en tegelijkertijd de complexiteit zo eenvoudig mogelijk uit te werken. Dit start eigenlijk met de eerste groep, in dit geval de thuisverpleegkundige voorschriften. Daar ontwikkel je het generieke kader.’ 

Ook het feit dat de digitalisering voor de verschillende beroepsgroepen elkaar deels overlapt maakt het project extra ingewikkeld. ‘Het is een uitdagend proces, maar dat vinden we ook best fijn. Het zorgt ervoor dat we nog een keer extra nadenken vanuit een heel multidisciplinaire setting.’ Voor Recip-e is digitaliseren meer dan het elektronische maken van een bestaand papieren proces: er zijn nieuwe knelpunten en er zijn nieuwe opportuniteiten. 

Daarnaast brengt volgens Katrien de complexiteit van bepaalde beroepen ook de nodige uitdagingen met zich mee: ‘Zo zien we bijvoorbeeld bij de audiciens een meer complex voorschrift dat interactief wordt opgesteld, waarbij ook de adviserend artsen van de ziekenfondsen een rol hebben. Bij verwijsvoorschriften voor medische beeldvorming moet je rekening houden met de mogelijkheid van substitutie. Radiologen zijn ook zelf artsen en dus hebben ze het recht om substitutie toe te passen. Zo krijg je een aanpassing van de normale flow, die verrijkend is voor de voorschrijvers zelf.’  

Aandacht voor niet-digitale patiënten 

De zorgverleners zijn volgens Katrien erg enthousiast over het project van de verwijsvoorschriften. Tegelijkertijd hebben ze bezorgdheden over de impact op hun patiënten. ‘We zitten in een fase waarin een groep patiënten – de ‘early adopters’al goed mee zijn met de digitalisering. De dematerialisatie van het elektronisch farmaceutisch voorschrift – gedeeltelijk tijdens een COVID-pandemie – heeft daar extra toe bijgedragen. Maar die digitale toegang telt nog niet voor iedereen. Wanneer je luistert in je omgeving is er toch een aanzienlijke groep van mensen die nog niet vertrouwd zijn met de apps voor de elektronische farmaceutische voorschriften.’ Er lijkt dan ook nood te zijn aan extra informatiecampagnes, zeker wanneer de huidige apps voor de geneesmiddelenvoorschriften ook zullen worden gebruikt voor de digitale verwijsvoorschriften. ‘Voor de verwijsvoorschriften zitten we nog niet aan de dematerialisatiefase, maar aan de digitaliseringsfase. Er zal nog altijd een papieren optie zijn. Er zal in eerste instantie een verplichting zijn om voorschriften af te drukken voor alle patiënten.’ Verwacht wordt dat er patiënten zullen zijn die zelf zullen aangeven dat een print niet meer nodig is. 

Volgens Katrien zal de digitalisering van de verwijsvoorschriften de samenwerking en communicatie tussen de zorgverleners verbeteren. ‘Nu gebeurt het vaak dat patiënten zelf de spreekbuis zijn tussen hun verschillende zorgverleners. Met de verwijsvoorschriften hebben bijvoorbeeld thuisverpleegkundigen de optie om een verlenging van de zorg of nieuwe zorg voor te stellen aan de voorschrijver. En, het zal transparant zijn voor patiënten. Zij zullen via de database immers kunnen bekijken welk zorgvoorstel naar de voorschrijver werd verstuurd.’ Daarnaast zullen de voorschrijvers ook een overzicht hebben van alle voorschriften van een patiënt, een functionaliteit die ook bij de elektronische farmaceutische voorschriften weldra beschikbaar zal zijn.  

Digitalisering leidt tot meer 

De trein van de digitalisering staat niet stil en leidt tot andere mogelijke toepassingen binnen de gezondheidszorg en het beleid. ‘De info waarover zorgverleners beschikken, kunnen we inzetten om het beleid mee vorm te geven. We kunnen op die manier feedback geven aan zorgverleners zelf en zo de kwaliteit van zorg verbeteren.’ Katrien wijst ook op het gebruik van ‘evidence based medicine’ in digitale toepassingen. Dit kan door bijvoorbeeld richtlijnen (of instructies waar ze te vinden) te integreren in het systeem. Dit leidt tot een meer efficiënte manier van werken waardoor zorgprofessionals meer tijd hebben voor het effectief verlenen van zorg.  

Ook op het vlak van preventie kan de toenemende digitalisering een belangrijke rol spelen. ‘Het is nuttig om een globaal beeld te hebben van de gezondheidssituatie van patiënten om zo preventiever te kunnen behandelen. Ook voor patiënten zelf is het belangrijk om hun eigen ‘journey’ in kaart te hebben of er toegang toe te hebben, zodat ze zelfsturend actie kunnen ondernemen, indien gewenst.’  

Katrien wijst daarmee op de opeenvolging van de verschillende episodes in een mensenleven waar er nood is aan acute zorg, en waar op een bepaald moment bij sommigen ook een chronische zorg ontstaat. ‘Als we mogen dromen zou het toch wel fijn zijn om sommige van die zorgen te kunnen voorkomen door de goede opvolging van de patiënt dankzij de geboden digitalisering en dus snelle en gestructureerde toegang tot belangrijke gezondheidsinformatie.’ 

‘Maar laat ons realistisch zijn: het is niet mogelijk om alles in één keer te digitaliseren. Het traject van de verwijsvoorschriften is een groot traject. Als organisatie Recip-e moeten we onze rol spelen voor zorgverleners en patiënten en burger, die op die manier nog een beter overzicht krijgen van hun behandeling’, aldus Katrien.  

Andere artikels